durmelogokleiner3

                                                                     .

mb111Natuurvereniging vzw Durme breidde in de winter van 2020-2021 haar bosoppervlakte in het natuurgebied de Eenbes (Lokeren-Moerbeke) uit met 0,33 hectare. De nieuwe aanplant grenst aan het Moordenaarsbosje en maakt deel uit van een groter boscomplex in het zuiden van de Moervaartvallei. In dit boscomplex treffen we reeds een grote populatie reeën aan net als zeldzame soorten als boommarter, havik en keizersmantel. Zij zullen ongetwijfeld profiteren van deze bosuitbreiding. 

De aanplant werd uitgevoerd door de terreinploeg van vzw Durme i.s.m. de conservators van het gebied. De soortensamenstelling van de aangeplante bomen en struiken betroffen zomereik, zoete kers, spork, trilpopulier, winterlinde, meidoorn, hazelaar, Gelderse roos, fladderiep, Europese vogelkers, zwarte els en wegedoorn. De aanplant bestond hoofdzakelijk uit autochtoon materiaal en werd voorzien van wildbescherming tegen vraat van konijn en ree.

Het gruwelijk verhaal achter de naam 'het moordenaarsbosje'.

In het noordwesten van Lokeren en het zuiden van Moerbeke ligt langs de Zuidlede, de Eenbes, een prachtig natuurgebied waar bos en open plekken grillig door elkaar zijn verweven. Vzw Durme heeft er een natuurreservaat in ontwikkeling en momenteel zijn al 6 ha door het Vlaamse Gewest erkend als reservaat. Het reservaat kreeg de naam 'De Eenbes', naar één van de zeldzame bosplanten die daar groeien. Vorig jaar werd er op het grondgebied van Moerbeke, palend aan Lokeren, een bosje met een oppervlakte van 3000 m² in beheer genomen via het Recht van Voorkoop. Uit contacten met de vorige eigenaar bleek dat dit bosje lokaal bekend was als 'het moordenaarsbosken'. Maar verdere details waren niet bekend.

Achteraan op de gevel van de kerk van Eksaarde-Doorslaar zag ik jaren geleden bij één van mijn speurtochten door het boeiende landelijk Lokeren, een gedenkplaat over een moord. Daarin staat gebeiteld: 'Gedachtenis van Clementia De Meester dochter van Seraphinus en Rosalia Heirman geboren te Exaarde Doorselaar den 6 februari 1852 en in een naburig bosch VERMOORD den 27 februari 1872. -- Even als Suzanna verkoos zij liever te sterven dan hare zuiverheid te verliezen. -- R.I.P.'

Na opzoekingswerk in de Gazette van Lokeren en mondelinge informatie van Georges Tallir bleek dat het 'moordenaarsbosken' en die gedenkplaat verband hadden met dezelfde onopgeloste moord.

In het Rijksarchief van Beveren worden de documenten van de oude assisenprocessen bewaard. Voor de eerste jaren na die moord is in dit archief geen dossier over deze zaak aangetroffen. Dat sluit aan bij de lokale overlevering dat die moord nooit is opgelost. Er werd wel eens beweerd dat sommigen uit de buurt de moordenaar kenden, maar dat ze liever zwegen. Zo bleef er altijd een waas van geheimzinnigheid hangen over die moord.

In de Gazette van Lokeren van 3 maart 1872 verscheen daarover volgend artikel:

'Dinsdag namiddag is er op het grondgebied van Moerbeke, dat gelegen is tusschen de wijken Steenenbrug en Etbosch, een meisje van Exaarde vermoord. Zij was schoon, wel bemiddeld en slechts twintig jaar oud.’

Uitgegaan zijnde om salade te steken, werd men in haar huis ongerust over haar lang wegblijven, en de vader, als had hij een voorgevoel van het ongeluk dat zijne dochter getroffen had, zond zijnen dienstknecht uit met den hond om ze op te zoeken. Het dier liep recht naar de plaats waar het meisje lag en krabde de bladeren weg waarmede het lijk bedekt was. De kleederen waren haar van het lijf gescheurd en de keel was door eene messteek afgesneden.

De boschjes en het struikhout die van dit deel der gemeente eene soort van doolhof maken, hebben de voltrekking van der misdaad begunstigd en tot heden is de dader niet gekend. De zaak is in handen van het gerecht.'

Clementia De Meester woonde bij haar ouders in de Rechtstraat, tegenover de huidige Oude Tramroute. Ze is waarschijnlijk via de Vossendam, een veldweg nabij haar woonplaats, naar de voor haar fatale plek gegaan

Eind februari al 'salade' steken roept toch wel wat vragen op, maar het kon. Vermoedelijk gaat het hier om de jonge bladeren van de paardenbloem, die normaal vanaf maart verschijnen. Die bladeren waren vroeger bijzonder gewaardeerd in de keuken om ze te eten als sla of ze fijngesneden toe te voegen bij het bakken van een pannenkoek met daarin stukjes spek. Zo sprak men wel eens van spekkoeken bakken. In de jaren vijftig van vorige eeuw was het nog een vrij algemeen gebruik die molsalau, de dialectnaam van de bladeren van de paardenbloem, te gaan afsnijden om ze te gebruiken in spekkoeken, maar vooral als eten voor tamme konijnen. In 1872 konden die jonge bladeren van de paardenbloem al bijzonder vroeg uitgegroeid zijn, want volgens de statistieken van het Koninklijk Meteorologisch Instituut was de maand februari in dat jaar uitzonderlijk warm, met een gemiddelde temperatuur van 6°. Tussen 1833 - het jaar van het begin van de geregistreerde metingen - en 1925 waren er slechts twee warmere maanden februari: in 1867 (6,5°) en in 1869 (6,7°).

In het 'Register van Overlijden' van Eksaarde van 27 februari 1872 staat vermeld dat er 'een afschrift der akte van overlijden van Clementia De Meester' is ontvangen van het gemeentebestuur van Moerbeke. Het overlijden is gemeld door: 'Casimir Daeyaert oud twee en veertig jaren broodbakker Kozijn der overledene en Frans Van den Daele oud vijf en vijftig jaren gemeente Sekretaris Kennis der overledene'. Verder staat in die akte: '... zeven en twintigsten dag der maand februari des jaars Achtienhonderd twee en zeventig in den namiddag op wijk etbosch in deze gemeente ten einde den dwarsdam overleden is Clementia De Meester, jonge dochter oud twintig jaren, naaister geboren en wonende te Exaerde dochter van Seraphinus De Meester en van Rosalie Heirman, winkeliers en vlashandelaers ...'. De Dwarsdam is een veldweg die naast de Olentgracht loopt op het grondgebied van Moerbeke. Deze Olentgracht vormt de grens tussen Lokeren en Moerbeke. Het voornoemde 'moordenaarsbosje' ligt bij het einde van de Dwarsdam (zie kaart). De lokale benaming, die de vorige eigenaar nog kende, wordt dus bevestigd door deze overlijdensakte. In een eerdere publicatie was dit 'moordenaarsbosje', op basis van wat oudere inwoners vertelden, meer noordelijk op het grondgebied van Lokeren gesitueerd. Een mooi voorbeeld van wat in de volksmond vervormd was bijna 130 jaar na dat voorval.

De pastoor van Doorslaar zou enige tijd na de feiten in de kerk afgeroepen hebben dat er niet meer naar de moordenaar moest gezocht worden. Waarschijnlijk had de moordenaar zijn misdaad op het sterfbed bekend.

André Verstraeten - 2014