durmelogokleiner3

                                                                     .

honingbij pixabay gratis2Horen gedomesticeerde honingbijen thuis in een natuurreservaat? Zoveel hoofden, zoveel ideeën. We mogen ons niet laten verleiden om de grens tussen emotie en feiten te laten vervagen. Het brengt ons bij gepolariseerde standpunten en de geschiedenis leert ons dat dit nergens toe leidt. Maar dit wil niet zeggen dat we geen visie kunnen ontwikkelen. Het probleem situeert zich m.i. rond de druk op het drachtgebied van insecten.

Deze gebieden worden kleiner en minder gevarieerd waardoor een kleiner wordende taart onder meer mondjes moet verdeeld worden. Dit is een algemeen bekend gegeven. De druk op deze gebieden verhogen door het bewust plaatsen van bijenkasten leidt tot dramatische situaties.

(Wilde) honingbijen komen “van nature” voor in natuurreservaten. Onderzoek leert ons dat. In de omgewaaide bomen na de laatste voorjaarsstorm o.a. hebben we vaak nesten van deze bijen gevonden. Het is een resultaat van het lange proces, beginnend bij de kloppende specht, de borende insecten, het insijpelen van water in de gaten in de stam van een boom, het verrottingsproces waarbij holtes ontstaan en dan de bij die hier een geschikt onderkomen ontdekt. Een evenwicht zal dan wel gevonden worden tussen deze bijen en de omgeving indien aan de basisvoorwaarden – een gezond drachtgebied – voldaan wordt. Bij het binnenbrengen van gedomesticeerde honingbijen kunnen we dit evenwicht verstoren.
 
Hebben imkers en natuurverenigingen dan tegenstrijdige belangen? Neen. Samen moeten we ervoor ijveren om drachtgebieden voor insecten uit te breiden, oog te hebben voor de bedreiging van deze gebieden en dit duidelijk te maken aan het brede publiek. De Imkerwerkgroep (IWG) en bij uitbreiding het Vlaams Bijeninstituut (VBI - koepelorganisatie voor bijenverenigingen) moeten daarvoor gaan. We vragen aan onze leden steeds een onderzoek te doen naar het drachtgebied alvorens kasten te plaatsen, niet met gifstoffen te werken in en rond de kasten en geen kwetsbare gebieden te betreden. Samen met natuurverenigingen moeten imkers energie steken in het educatieve luik om mensen bewust te maken van de teloorgang van foerageerbieden voor onze insecten. Het verstrekken van informatie rond solitaire, wilde honingbijen, honingbijen, wespen, hommels…. is een kernopdracht van beide partners.
 
Jan Buyl