durmelogokleiner3

                                                                     .

Vleermuizen zijn geen vogels, het zijn zoogdieren net zoals de mens. Zoogdieren kunnen niet vliegen, behalve vleermuizen. Tussen de vingers van hun poten zit een dunne vlieghuid die het hen mogelijk maakt echt te vliegen.

vleermuis

Overdag hangen ze ondersteboven te slapen maar ’s avonds vliegen ze uit op zoek naar voedsel. In het donker zien de vleermuizen niet zo heel goed. Om een prooi te vinden zenden ze ultrasone geluiden uit. Dit zijn geluidsgolven die voor ons niet te horen zijn. De geluidsgolven weerkaatsen op een prooi en worden door de vleermuis terug opgevangen. Zo kan de vleermuis de afstand tot zijn prooi inschatten en kan hij zijn prooi vangen zonder ergens tegenaan te vliegen.

bat echolocation dutch

 De ultrasone geluiden zijn voor het menselijk gehoor niet hoorbaar. Er bestaat echter een apparaat dat het ultrasone geluid van een vleermuis omzet in een geluid dat wij wel kunnen horen. Zo’n toestel noemt men ‘sonar detectiesysteem’ of een 'bat-detector'.

Doe de vleermuis!

Wil je zelf ervaren hoe het voelt om een prooi te vangen in het donker en enkel gebruik te maken van geluid? Sluit je ogen. De anderen (‘prooien’) stellen zich verspreid op en maken een geluid door bijvoorbeeld regelmatig in de handen te klappen of te fluiten. Stap met je ogen dicht in de richting van het geluid en probeer je ‘prooi’ te vangen.

 

Ben je met minstens 5 personen? Dan kan je thuis of op school volgend vleermuisspel spelen.

Eén persoon wordt geblinddoekt (de ‘vleermuis’). In een afgebakend speelveld (bv. tuin of speelplaats, het ‘landschap’ genoemd) nemen de andere personen een vaste plek in. De ene helft speelt de rol van prooi (vlieg, mot,…) terwijl de andere helft de rol van een vast obstakel speelt (lantaarnpaal, huis,…). De vleermuis beweegt zich vervolgens door het landschap op zoek naar prooien. De vleermuis moet echter de vaste obstakels in het landschap zien te vermijden.

Het zoeken gaat als volgt. De vleermuis klapt continu in de handen (‘sonar’). Als de vleermuis binnen twee meter van een persoon is, roept die persoon zijn identiteit (vlieg, mot, lantaarnpaal, huis,…). Indien de vleermuis ‘hoort’ dat hij een vast obstakel nadert, moet hij van richting veranderen. In het geval hij zijn prooi (vlieg, mot,…) nadert beweegt hij verder naar zijn prooi om het te vangen.

Het spel kan nog spannender gemaakt worden door bijkomende objecten te voorzien:

  • Introduceer bewegende objecten zoals auto’s op een weg, deze personen bewegen heen en weer over het speelveld. De voorbijrijdende auto’s mogen ook geluid maken om de ultrasone geluiden van de vleermuis te verstoren.
  • Een uil (ook geblinddoekt) vliegt rond en moet de vleermuis tikken voordat hij een prooi kan vangen.