durmelogokleiner3

                                                                     .

De wandeling begint bij 't Oud Brughuys, een gezellig café'tje en overblijfsel van de woonplaats van de vroegere brugwachter. Nu is de brug een statisch gegeven, maar vroeger moest hij opengedraaid worden als de boten wilden passeren. De Schelde bepaalt  hier duidelijk het landschap, vandaar ook de naam van ons reservaat 'Scheldebroeken', een gebied langs de Schelde met 'broeken', ofwel 'natte gebieden, moerassen'.

De Schelde als getijden- en regenrivier

De Schelde wordt ingedeeld in drie delen:

  • Bovenschelde: van de bron in Frankrijk tot Gent
  • Zeeschelde: van Gent tot aan de Nederlandse grens
  • Westerschelde: brede zeearm tot de monding (ter hoogte van Breskens en Vlissingen) in de Noordzee

De Schelde is tegelijkertijd een regen- en getijdenrivier. Vanaf de bron tot Gent is de Schelde een regenrivier en wordt het waterpeil bepaald door de neerslag in het stroomgebied en haar zijrivieren. In periodes van extreme neerslag kan het water van het stroomgebied enorm stijgen in de Bovenschelde.

Vanaf Gent tot aan de zee is het waterpeil van de Schelde afhankelijk van de getijden van de zee (=Zeeschelde ). De periode tussen laag water en het daarop volgend hoogwater noemt men vloed. Het water wordt in de Schelde stroomopwaarts geduwd richting Gent. Als het waterpeil van de zee daalt, kan het Scheldewater opnieuw afvloeien naar de Noordzee. Deze periode noemt men eb.

Deze getijdenwerking gebeurt ongeveer tweemaal per dag, om de 12u25min. . De hoogte van het zeeniveau is afhankelijk van de aantrekkingskracht van de maan, en in mindere mate van de zon (deze staat namelijk veel verder van de aarde dan de maan). Afhankelijk van de wisselende standen van deze hemellichamen ten opzichte van de aarde, verandert deze aantrekkingskracht periodiek.

Zo ontstaan er dagelijks twee op en afgaande bewegingen van het water. Om de 14 dagen ongeveer ontstaat er springtij omdat de zon, de maan en de aarde op een rechte lijn staan waardoor de aantrekkingskracht extra groot is (volle maan en nieuwe maan). Het waterpeil is dan hoger dan normaal.

Doodtij treedt eveneens om ongeveer de 14 dagen op. Wanneer de zon en de maan haaks op de aarde staan en de trekkrachten van zon en maan elkaar tegenwerken (eerste kwartier, laatste kwartier) dan is het verschil tussen hoog en laagtij kleiner dan gemiddeld.

springtij doodtij int ned