durmelogokleiner3

                                                                     .

Je staat  boven op een oude rivierduin van de Schelde, die 10.000 jaar geleden is ontstaan na de laatste ijstijd. Als je met een spade in de donkere bosgrond steekt, stoot je al snel op de zandbodem.

Dit is een oud eikenbos. De eiken herken je niet alleen aan hun herkenbare bladeren en vruchten, maar ook aan hun ruwe stam. Deze eiken zijn meerstammig.  Ze werden lang geleden geknot voor houtwinning. Van het  hout maakte men gebruiksvoorwerpen, meubelen en brandhout. Naast de vele zomereiken staan er ook berken, lijsterbes en hulst.

meerstammige eiken gecomprimeerd

 (meerstammige eiken - Reinhilde Nuyts)

Natuurpunt beheert dit bosje. Ze verwijderden de uitheemse Amerikaanse vogelkers om zo het oorspronkelijke bos te herstellen.

In een zomereikbos zoals dit bos, wordt de kruidlaag vaak gevormd door adelaarsvaren, lelietje-van-dalen en dalkruid. Ook salomonszegel treffen we hier aan. Deze laatste drie zijn allemaal voorjaarsbloeiers. Ze bloeien voor de bomen volledig in blad staan en geen licht meer doorlaten door het dichte bladerdek. Opgelet, ze zijn alle drie giftig. Ze laten zich graag bewonderen maar je blijft er best af.

dalkruid veronique

(dalkruid)

lelietje van dalen

(lelietje-van-dalen)

salomonszegel veronique

(salomonszegel)   

De adelaarsvaren is hier dominant aanwezig. Varens bestonden reeds 400 miljoen jaar geleden. De adelaarsvaren is de grootste van alle varens in Vlaanderen. De plant wordt 2,5m hoog. Hij heeft een diepvertakte wortelstok die jaren oud kan worden. In het voorjaar rollen de nieuwe bladen uit boven de grond. In de zomer zijn de sporen onderaan het blad rijp. En in het najaar sterft alles boven de grond af en wordt de productie van de zomer opgeslagen in de wortelstok. Het varenstro vormt dan een dichte mat zodat er onder geen andere plant kan kiemen. Op deze manier kan de adelaarsvaren in het bos overheersen.

adelaarsvaren veronique

(adelaarsvaren)